Het jaar begint slecht voor de Leidenaren. Door het verzet is een aanslag gepleegd op de directeur van het Leidse arbeidsbureau, een fanatieke NSB-er. Ondanks waarschuwingen aan een aantal bekende Leidenaren om onder te duiken, zijn prominente Leidenaren vermoord als represaille voor de aanslag. Ook worden vijftig personen gearresteerd omdat zij de aanslag (waarschijnlijk) goedkeuren. Als straf voor de Leidenaren wordt de avondklok vervroegd, van 24 naar 21 uur.

De zwarte handel tiert weliger dan ooit. De rantsoenen zijn onvoldoende en de mensen verzwakken. Levensmiddelen worden met de dag schaarser. Vanuit het westen trekken mensen op hongertocht om aardappelen te bemachtigen. Op de bonkaarten is bijna niets meer te krijgen.

Commissaris van de politie, de heer Hoffmann, laat het politiebureau extra beveiligen door hekwerk dat onder stroom gezet kan worden. Hij voelt zich bedreigd.

In de buurt worden ter verdediging polders onder water gezet, voor als er een aanval komt vanuit de zee. Op het strand staan zes rijen zware palen met landmijnen op de kop. Bunkers met zwaar geschut moeten een aanval/invasie afweren. In Leiden worden bruggen afgebroken om de geallieerden tegen te houden. Huizen moeten worden verduisterd. Rond Molen de Valk en op andere plekken worden loopgraven aangelegd.

Leidse studenten worden gearresteerd voor het meewerken aan illegale pers, koeriersdiensten voor het verzet en het helpen van geallieerde piloten om terug te keren naar Engeland.

Op 15 mei worden razzia’s gehouden in De Kooi. Gelukkig zijn de gezochte personen (uit de Raad van Verzet oftewel RVV’ers) gewaarschuwd door contacten bij de politie en konden zij op tijd vluchten.

Dag- en nachtrapporten januari 1944

3-1 – 20.30 (bekijk dossier 1 en dossier 2)
Moordaanslag op Gerardus Willem Diederix, directeur van het Gewestelijk Arbeidsbureau. De onbekende daders wisten door de duisternis te ontkomen.

4-1 – 21.00 (bekijk dossier)
Bij een overval op het gemeentehuis in Leiderdorp zijn persoonsbewijzen en het bevolkingsregister gestolen. De dienstdoende bewaker is overvallen en vastgebonden. Het ging om 5 à 7 personen, waarvan er één was gekleed in een Duits militair uniform. Daders zijn spoorloos.

13-1 – 12.20 (bekijk dossier)
Op Langegracht 37 is een kalf binnen gebracht die daar vermoedelijk wordt geslacht. Door rechercheurs zijn 2 personen aangehouden voor clandestien slachten en terbeschikking van den Korpscommandant gesteld.

24-1 – 21.25 (bekijk dossier)
Verzoek om opsporing en arrestatie van 2 Leidenaren, die beiden worden verdacht Joden te hebben verborgen.

Dossier071-1944/04-01

Vergelding voor aanslag op Diederix: 3 doden en 32 gijzelaars

Op 3 januari 1944: een moordaanslag op Gerardus Willem Diederix. Hij was NSB’er en directeur van het Gewestelijk Arbeidsbureau. Hij is door twee onbekende personen opgewacht op de hoek van het Rapenburg en Langebrug. Ze schieten hem in de rug en weten te ontkomen. Als vergelding voor de aanslag worden de volgende dag drie bekende Leidenaren geëxecuteerd.

De geëxecuteerden zijn Christiaan de Jong, conrector van het Stedelijk Gymnasium, Hans Flu, huisarts in Leiden, en Harmen Douma, hoofd van de eerste Leidsche Schoolvereniging. Deze moordpartijen zijn onderdeel van de Aktion Silbertanne (Actie Zilverspar).

Eén van de aanslagplegers is J. Dubbeldeman. De zwager van Maria Arnoldus, het liefje van SS’er Engel Schuur.

Ook worden 32 mannen, onder wie professor Cleveringa, gearresteerd. Als gijzelaar worden zij naar kamp Vught en Sint Michielsgestel overgebracht. Saillant detail: één van de aanslagplegers blijkt J. Dubbeldeman te zijn. De zwager van Maria Arnoldus, het liefje van SS’er Engel Schuur, getrouwd met L.J. Dubbeldeman.

‘Foto waarop is aangegeven waar de dader zich vermoedelijk bevond toen hij de aanslag op de heer Diederix pleegde.’

‘Kogelgat gezien aan de buitenzijde van het vest.’

Dag- en nachtrapporten februari 1944

18-2 – 21.25 (bekijk dossier)
Vrouw doet aangifte van een slag in het gezicht. Zij vermoedt dat dit gebeurd is omdat zij nationaal socialist is.

22-2 – 12.30 (bekijk dossier)
De Centrale Commandopost Luchtbescherming laat weten dat vliegtuigen boven Leiden witte ballonnetjes uitgooien.

26-2 – 5.45 en 13.10 (bekijk dossier)
Telex: Het politiebureau in Delft is overvallen door 12 gemaskerde personen met pistolen. Hierbij twee politieambtenaren gewond en arrestanten bevrijd. Alle aanwezige politieambtenaren – met uitzondering van een politieman die op de W.C. zat – zijn ontwapend en in de cel opgesloten. Zij hebben zich zelf daaruit weten te bevrijden en alarm geslagen. Er zijn 35 pistolen ontvreemd met bijbehorende munitie. Verzoek tot uitkijken naar de bevrijde arrestanten.

Dag- en nachtrapporten maart 1944

4-3 – 10.15, 11.00 en 14.30 (bekijk dossier)
Er worden meldingen gedaan van konijndiefstal, op drie verschillende adressen.

15-3 – 12.20 (bekijk dossier)
De E.H.D. rukt uit naar de Caeciliastraat. Er zou een kogel uit een vliegtuig door het dak zijn gegaan. Dit was echter niet te constateren, gezien de vele gaten die reeds in het dak aanwezig waren. Geen ongelukken. Geen kogel gevonden.

18-3 – 1.00 (bekijk dossier)
Het magazijn en een loods van de kunstvuurwerkfabriek Kat heeft vlam gevat. De bewaker is overvallen door 5 gemaskerde en gewapende mannen. Bij nader onderzoek is gebleken dat in de fabriek voor de Duitse weermacht munitie wordt gemonteerd. Gelet op de verklaring van de bewaker moet gedacht worden aan opzettelijke brandstichting.

26-3 – 15.20 en 15.50 (bekijk dossier)
Melding van het neerkomen van een lege benzinetank uit een vliegtuig in de Tasmanstraat en Haagweg. Feldgendarmerie kennisgegeven, die ze laat weghalen.

Dossier071-1944/03

Liefdesbrieven van SS-er aan Leidse Nanna

In het Leidse politiedossier uit 1944 zitten liefdesbrieven van veroordeelde SS’er Engel Schuur. Hij schreef deze brieven aan ’Nanna’. Een affaire die wellicht leidde tot een moordaanslag op deze Leidse vrouw.

Maria Arnoldus is de echte naam van Nanna. Zij is getrouwd met een man uit een Leidse verzetsfamilie. Nanna is haar schuilnaam. Haar zwager is Joop Dubbeldeman, een bekend Leidse verzetsman. De SS’er weet niet beter dan dat zijn minnares Nanna heet. Maria heeft een slecht huwelijk en leeft erop los. Na een hartstochtelijke nacht wordt Engel verliefd op haar. Elke dag schrijft hij haar een brief. Hij wordt boos als ze niet terugschrijft.

De SS’er weet niet beter dan dat zijn minnares Nanna heette.

Na een reeks brieven wordt er op 22 maart een moordaanslag op Maria Arnoldus gepleegd. Het politiedossier begint. De affaire is waarschijnlijk door iemand ontdekt. Engel verstuurt zijn brieven namelijk naar Maria’s eigen adres. Misschien is de aanslag op Maria gepleegd door het Leidse verzet. Was zij een ‘laffe verrader’? Of een spion uit het Leidse verzet? Aanpappen met een Duitser kon interessante informatie opleveren. Uit welke hoek de moordaanslag kwam blijft onduidelijk.

Maria overleeft de aanslag, én de oorlog. Ook haar huwelijk met haar Leidse echtgenoot houdt tot haar dood stand. Met de SS’er Engel loopt het minder goed af. Want hoe liefdevol zijn brieven ook waren; hij wordt in 1948 veroordeeld tot 8 jaar gevangenisstraf. Voor sadistische daden tijdens de Tweede Wereldoorlog. Een man met twee gezichten dus.

Dag- en nachtrapporten april 1944

10-4 – 13.00 (bekijk dossier)
Een arbeider die werd vastgehouden bij de Feldgendarmerie te Den Haag, is op de vlucht geslagen om zijn vrouw op de afdeling verloskunde in het Academisch Ziekenhuis te Leiden te bezoeken. De Feldgendarmerie verzoekt om tijdens de bezoekuren in het ziekenhuis te posten en de heer aan te houden en terug te brengen naar de Feldgendarmerie.

Dag- en nachtrapporten mei 1944

13-5 – 5.30 (bekijk dossier)
Arrestatie van 4 verzetsstrijders door de Landwacht.

Dag- en nachtrapporten juli 1944

18-7 – 11.45 (bekijk dossier)
Mevrouw doet aangifte van de vermissing van het zegel op haar persoonsbewijs.

19-7 – 22.55 (bekijk dossier)
Op de Prinsessekade is iemand neergeschoten, de E.H.D. is reeds gewaarschuwd. De opperluitenant met personeel is er naartoe gegaan.

20-7 – 14.15 (bekijk dossier)
Rapporteert de luitenant dat gewapende politie beambtenaren aanwezig moeten zijn op postkantoren op het tijdstip dat de kas wordt afgesloten. Dit in verband met bij herhaling gepleegde overvallen op postkantoren.

Dag- en nachtrapporten augustus 1944

16-8 – 19.00 (bekijk dossier)
Assistentie op het station in verband met een dame die in een Wehrmachtscoupé plaatsnam. Deze dame bleek in gezelschap te verkeren van een Fahndungsofficier van de Luchtwaffe. De conducteur verzocht de gegevens van de dame op te nemen, maar dat is niet gebeurd. Eén en ander is aan de stationschef meegedeeld.

18-8 – 15.20, 16.25, 17.00, 17.10 (bekijk dossier)
3 Leidenaren doen aangifte van vermissing van zegel op hun persoonsbewijzen.


24-8 – 19.45
(bekijk dossier)
Een man laat telefonisch weten dat iemand, die door de politie wordt gezocht, zich ophoudt in Den Haag, Musschenbroekstraat 112. De man wenst zijn telefoonnummer niet te noemen.

Dag- en nachtrapporten september 1944

3-9 – 1.15 (bekijk dossier)
Een landwacht, wonend in Voorschoten, is vermoord bij zijn woning. Het lijk is overgebracht naar het Academisch Ziekenhuis te Leiden. Wapen enz. van slachtoffer ligt bij de politie te Voorschoten. Na 1e sectie blijkt dat de man is vermoord door een messteek in de rug.

10-9 – 17.45 (bekijk dossier 1 en dossier 2)
In de avond van zaterdag 9-9-45, te omstreeks 20.00 uur, zijn in de Gemeente Oegstgeest langs de openbare weg de Haarlemmertrekvaart twee lijken gevonden van onbekende personen. De lichamen waren van verscheidene kogelgaten voorzien en moeten kort daarvoor zijn gedood, omdat de lijken nog warm waren en het bloed uit de wonden vloeide. Er zijn 7 patroonhulzen gevonden en op de borst van een van de slachtoffers een stalen kogel. Op de slachtoffers werden geen identiteitsbescheiden gevonden.

30-9 – 2.15 (bekijk dossier)
Een mevrouw is op weg naar het Academisch Ziekenhuis op de Haagweg op straat bevallen. Zij is door de auto van de Geneeskundige dienst naar het Academisch Ziekenhuis vervoerd.

Dag- en nachtrapporten oktober 1944

13-10 – 13.30 (bekijk dossier)
Autohandelaar uit Leiden is door de rechercheur ter beschikking gesteld omdat hij wordt verdacht van heling van gouden ringen.

15-10 – 9.45 (bekijk dossier)
Telefonisch verzoek van de directeur van Endegeest om opsporing en aanhouding van een man, 30 jaar oud. Hij wordt verpleegd in het genoemd gesticht maar is vanmorgen gevlucht. Hij is gekleed in gestichtskleding en gevaarlijk. Op de Maresingel is de man al gezien.

19-10 – 12.00 (bekijk dossier)
Deelt Hutz van Kampfcommando mee dat perceel Lammenschansweg 68, om 15 uur in de lucht zal vliegen. Bewoners tot op 100 m ontruimen, deuren ramen open zetten.

19-10 – 12.00 (bekijk dossier)
De directeur van de wollendekenfabriek rapporteert dat hedenmorgen om 7.00 uur enige onbekende personen, waarvan een gewapend met een pistool, 60 dekens hebben ontvreemd uit de fabriek aan de Vestestraat.

Dag- en nachtrapporten november 1944

20-11 – 14.30 (bekijk dossier)
Bij controle van de vuurwapenen is geconstateerd dat een pistool is vermist.

Dag- en nachtrapporten december 1944

1-12 – 5.55 en 6.00 (bekijk dossier)
5.55: Telefonisch bericht van de portier van de Lichtfabrieken dat op de Voldersgracht een agent van de politie vermoedelijk gewond op de grond ligt. 6.00: Telefonisch bericht dat de opperwachtmeester vermoedelijk met een schot in zijn hoofd op de grond ligt. Hij is waarschijnlijk dodelijk getroffen.

8-12 – 11.00 (bekijk dossier)
Rapporteert de Kapt. dat de razzia, die afgelopen nacht tussen 4 en 7 uur werd gehouden, geen licht heeft gebracht in de moord op de opperwachtmeester. Aangehouden werden 5 personen. In beslag genomen werden: 3 zagen, 2 bijlen, 1 schuitje met kolen en 1 zak met kolen.

10-12 – 9.40 (bekijk dossier)
In de omgeving zijn enige bommen neergekomen. Er zijn ruiten vernield, vermoedelijk door de luchtdruk. Gewonden en 7 doden zijn vervoerd naar academisch ziekenhuis.

16-12 – 8.00 (bekijk dossier)
Leidenaar deelt mee dat gisteravond omstreeks 19.45 aan zijn deur werd gebeld. Toen hij open deed stonden 4 onbekende gewapende mannen voor de deur en kwamen naar binnen. Ze zeiden dat zij kaas kwamen halen voor de ondergrondse. Meegenomen werden 32 kazen, 30 pakjes boter en ongeveer 190 eieren.