Skip to main content

De oorlogsdreiging hing al sinds 1933 in de lucht. En met de aanval op vliegveld Valkenburg is de oorlog in Leiden en omgeving begonnen op 10 mei 1940. Op 15 mei 1940 trekken Duitse troepen en tanks Leiden binnen. Een onrustige periode volgt. Het gewone leven gaat door maar met behoorlijk wat restricties, zoals het verplicht verduisteren van ramen, een avondklok (24-04 uur) en alledaagse benodigdheden zijn alleen verkrijgbaar met een bon. Het verzet van de studenten begint en de eerste vertrekken naar Engeland. De Ariërverklaring wordt ingevoerd en de Joden verordening gaat van kracht.

In de politiedossiers van 1940 staat meerdere keren dat de verduistering niet op orde is. Veel overtredingen worden geconstateerd, met name in de begintijd. Meldingen van dronken Duitse soldaten. Zoals een soldaat die wil uitkijken naar Engelse vliegtuigen vanaf Rapenburg 57. Onrust in de buurt: ‘Meelfabriek wordt vanavond gebombardeerd’. Maar ook bekladding van een kozijn van het Nationale Dagblad: Hitler is een zwijn. En Duitsers die inbreken bij Bacterieel Laboratorium.

Dag- en nachtrapporten mei 1940

Bombardementen – onrust vliegtuigen vliegen over

15-5
Verzoek brandweer Den Haag tot assistentie voor eventuele noodzaak in Den Haag vanwege het niet aanwezig zijn van de brandweer in Den Haag, die in Rotterdam en Hoek van Holland aan het blussen zijn.

15-5
Motorspuit met bemanning onder leiding van H.A. Fieseler naar Rotterdam. Teruggekeerd 16-5

19-5
Dronken Nederlandse en twee Duitse soldaten met een NL burger. Geen ruzie, maar politie zend hen heen.

21-5
Om 1.15 uur verschillende agenten melden dat er een bombardement op grote afstand gaande is.

22-5
23.45 constatering dat een dakraam Plantsoen 63 helder verlicht is.

23-5
1.00 Telefoon van bewoner Rapenburg 57. Een Duitse soldaat wil de woning binnenkomen om boven uit te kijken naar Engelse vliegtuigen. Moet hij soldaat binnenlaten? Antwoord van de politie: ja, laat maar binnen, maar we gaan wel onderzoek doen. Ortskommandatur in kennis gesteld. Daar aangekomen bleek het te gaan om een dronken Duitse soldaat. Soldaat is meegenomen en overgebracht van de Doelenkazerne, overgegeven aan de Duitse wacht aldaar.

Verduistering verplicht vanaf 24 mei 1940, ook fietsverlichting moet worden aangepast.

28-5
1.00 meerdere meldingen van slechte verduistering. Fabriek van Zaalberg was onvoldoende verduisterd. En een woning van de Van der Werffstraat 8 achter de Hema. In meer gevallen licht dat naar buiten komt. Bijna dagelijks terugkerend probleem.

28-5
7.00 mejuffrouw Spierenburg vertelde rond gehoord te hebben van een haar onbekende postbesteller dat de Meelfabriek die avond zou worden gebombardeerd. Via via is dit verhaal in de buurt verspreid wat grote onrust tot gevolg heeft.

Dossier071-1940/05_10

Duitsers in Nederlands legeruniform?

Tijdens de Duitse inval in mei 1940 werden via de radioberichten verspreid dat Duitse parachutisten in Nederlands legeruniform waren gekleed. In de vroege ochtend 10 mei kwam op het politiebureau een telefoontje binnen met de mededeling dat een Duitssprekende man in Nederlands legeruniform van de bewoners van Witte Singel 10 een motorboot gevorderd had. De Inspecteur van Dienst gaf twee agenten opdracht poolshoogte te nemen.

De agenten herhaalden hun oproep
waarop de militair “Nein Nein” riep.

De twee agenten zagen op de Witte Singel ter hoogte van het Diaconessenhuis aan de kant van de Hortus Botanicus een militair in een motorbootje. Deze militair was gekleed in een uniform van het Nederlandse leger. De agenten riepen de militair waarop hij in het Duits antwoordde. De agenten bevalen hem in het Duits om uit het bootje te komen en zijn handen omhoog te steken. De agenten herhaalden hun oproep waarop de militair “Nein Nein” riep.

Eén van de agenten gaf hierop een waarschuwingsschot. De Duitser stak zijn linkerhand langzaam op, maar zijn rechterhand deed hij omlaag. De agenten vermoedden dat hij een wapen wilde pakken, waarop één van de agenten hem neerschoot. De man plofte gewond in het bootje neer. Vervolgens hebben de agenten hem naar het Diaconessenhuis vervoerd. Inmiddels was een kapitein van het Nederlandse leger gearriveerd om de Duitser te verhoren.

Hoe het verder ging weten we niet. Het spoor loopt door in de archieven van Defensie, omdat de zaak is overgedragen aan een kapitein van het Nederlandse leger.

Dossier071-1940/05_21

Plundering of kwajongensstreek?

Op 21 mei vertelt de heer Strik aan de politie in Leiden dat hij een week geleden een man heeft gezien bij de boerderij van Langeveld in Valkenburg. Van de familie Langeveld is geld ontvreemd, volgens Strik. En nu heeft hij dezelfde man terug gezien in Leiden in een pand aan de Nieuwe Rijn. De rechercheur van de politie neemt de melding serieus en ze gaan samen posten voor het huis aan de Nieuwe Rijn. En wachten af. Dan komt Johannes Stipdonk (21) aanlopen. Strik herkent de jongeman en Stipdonk bekent dat hij samen met zijn broer van 18 in Valkenburg is geweest om de strijdtoneel van de oorlog te bekijken.

De familie Langeveld was gevlucht voor het oorlogsgeweld op vliegveld Valkenburg en heeft bij vertrek de boerderij goed afgesloten. Behalve één raam.. Het luik voor dit raam is gebruikt als brancard om gewonden te vervoeren. Dit raam was makkelijk te openen. Bij terugkeer van de familie Langeveld bleek de hele woning over hoop gehaald te zijn. Alle kasten waren doorzocht. Er ontbrak een gouden tientje, dat verstopt zat in een brillenkoker, een spaarpotje in de vorm van een hondenhok, zilveren guldens, twee horloges, pakjes thee en bankbiljetten die verstopt lagen onder planken in de bedstee.

De boerderij is tijdens de aanval op Vliegveld Valkenburg gebruikt om gewonden te verplegen. Daarom was er ook een voorraadje met eten en drinken, zoals pepermuntrolletjes, limonade en flesjes Perl van HERO.

Johannes Stipdonk verklaart dat hij de boerderij is binnengekomen door een openstaande deur en samen met zijn broer flesjes Perl en limonade heeft gedronken. Ook heeft hij rolletjes pepermunt gevonden en de rolletjes eerlijk gedeeld met zijn broer. Hoewel hij eerst verklaart dat hij geen geld of gouden munt heeft meegenomen, komt hij hierop terug en bekend dat hij de gouden munt heeft verkocht aan een opkoper. De pakjes thee en de twee horloges hebben de broers achtergelaten in een kruiwagen op het erf. Over het gestolen geld is veel discussie. Hoe komt de broer aan 55 gulden?

Net als zijn vader is Johannes werkloos geworden door de oorlog. Ook zijn vader geeft een verklaring af. Of de jongens zijn gearresteerd of dat de rechter het als een kwajongensstreek heeft beoordeeld. Dat is nog verder te onderzoeken.

Dag- en nachtrapporten juni 1940

1-6
Duitse Onderofficier Uhlenforst van de Compagniestaf op verzoek van Duitse militairen gevangen gezet.  Op 1-6 is de Duitse wacht met de onderofficier vertrokken.

..-6
Bekladding raamkozijn van het Nationale Dagblad (een dagblad uitgegeven door de NSB) aan de Kaiserstraat is beklad door M.J.H. Bernard Witte Singel 47. Aangifte door N. de Haas, redactie Nationaal Dagblad, wonende Juffermansstraat 25 Oegstgeest. Bernard ontkent “Hitler is een zwijn” te hebben geschreven. Bernard maakt de indruk niet geheel normaal te zijn. Aanhouding is verricht door N. van den Berg, wonende Magdalena Moonsstraat 24 (burger). De Haas wenst geen strafrechtelijke vervolging.

Dag- en nachtrapporten juli 1940

06-07
Een Duitse soldaat nam de fiets van een 15-jarig meisje met de woorden ‘Een Duitsch soldaat vraagt niet, doch neemt’. De Duitse autoriteiten werden op de hoogte gesteld en de fiets werd teruggegeven met de mededeling dat ‘het een grapje was’

Dossier071-1940/07

Durfde politie een NSB-er niet aan te spreken op zijn gedrag?

In juli 1940 is een nieuwe Nederlandse politieke partij opgericht genaamd de Nederlandsche Unie. Zij stond onder leiding van een driemanschap bestaande uit de heren Einthoven, Linthorst Homan en De Quay. Doel was het Nederlandse volk te verenigen om in samenwerking met de Duitse en Nederlandse autoriteiten een nieuwe gemeenschap op te bouwen. Een belangrijke taak was de NSB de wind uit de zeilen te nemen.

Hendrik van der Biezen, 23 jaar oud, bakker van beroep en in Leiden woonachtig, was op zondagavond met enige vrienden in het café Schuttershof te Leiden. Er verscheen een NSB-er, die naar Van der Biezen liep. Hij eiste het speldje van de Nederlandsche Unie, dat Van der Biezen op zijn revers droeg. Van der Biezen weigerde waarop de NSB-er het speldje met een soldatenknoop en uitgezaagd Wilhelmina-dubbeltje van zijn jas rukte. Van der Biezen ging naar de politie om proces-verbaal van diefstal op te laten maken.

De politie verhoorde verschillende getuigen,
die het verhaal van Van der Biezen bevestigden.

De politie ging ook naar het huis van de NSB-er aan de Nieuwe Beestenmarkt nr. 10 te Leiden. Hij was als ambtenaar ter secretarie van de Gemeente Zoeterwoude werkzaam geweest en was al geruime tijd lid van de WA en de NSB. De NSB-er verklaarde dat hij geen verklaring tegenover de politie wilde afleggen en verwees de agent naar zijn hopman.

De agent durfde hem niet verder te verhoren. Hij verklaarde in zijn proces-verbaal dat het hem niet gelukt was de verdachte met de getuigenverklaringen te confronteren en een volledig ingevulde Staat van Inlichtingen bij zijn proces-verbaal te voegen.

Dag- en nachtrapporten augustus 1940

14-08
Leidenaar gewond bij bombardement op Rotterdam.

16-08
Duitse militairen lieten zich door een stadsfotograaf fotograferen voor 1 gulden per persoon. Zouden de foto’s na 2 dagen krijgen, maar na 8 dagen hebben ze nog steeds niets ontvangen.

Dag- en nachtrapporten oktober 1940

12-10
Professor Flu*, woonachtig op de Witte Singel 40, meldt dat er ter hoogte van Rapenburg 33 licht brand in het bacteriologisch Laboratorium .

Later blijkt het te gaan om een groep van Paul Hendrik Kinzbergen in gezelschap van 2 rijks-Duitsers en kwam van zijn werk te Wassenaar voor de Duitse Weermacht.  Ook was er een NL vrouw aanwezig. Een van de Duisters beweerde plotseling dat er een Duitser in het gebouw werd vastgehouden en waarop hij twee ruiten insloeg om het gebouw te betreden. De Feldgendarmerie was eveneens ter plaatse. Een hond, met onschuldig serum ingespoten, wist te ontsnappen.

*Dit is prof. Flu, de vader van de in 1944 vermoorde Hans Flu, huisarts en slachtoffer van de Silbertannemoorden in 1944 (vanwege de aanslag op Diederix, gepleegd door wellicht Dubbeldeman die de zwager was van Dubbeldeman-Arnoldus die het bed deelde met de SS-er Engel.

13-10
Feldwebel geeft aan te weten wie de soldaat is geweest die ingebroken heeft in het lab.

..-10
Twee Duitse soldaten vragen hulp vanwege het feit dat ze een motor met zijspan in de Spoorhaven einde Heynsenstraat in het water hebben gereden. Na brandalarm gegeven te hebben om de ladderwagen van de brandweer er heen te sturen om de motor op het droge te krijgen, blijkt dat de brandweer weigert te gaan omdat er geen sprake is van een levensbedreigende situatie. Drie agenten worden er heen gezonden om de motor op te halen uit het water.

26-10
Meerdere mannen zijn aangehouden met anti Joodse propaganda. Ze droegen koffers bij zich met teksten als “ras, bloed, bodem”, weg met de Joden Unie en andere anti Joodse teksten. Zijn later weer heengezonden.